Het onderzoek werd verricht onder circa 280 automobilisten, vrachtwagenchauffeurs en scooterrijders in zes Europese landen met als doel inzicht te krijgen in hoe weggebruikers zich gedragen. Twee jaar lang werd hun rijgedrag gemonitord door middel van camera’s die zowel binnen als buiten het voertuig bevestigd waren.
Vooral mobiel
De grootste afleider is de mobiele telefoon. Automobilisten waren maar liefst vier procent van hun rijtijd daarmee bezig. Onder vrachtautochauffeurs was dit bijna drie procent van de rijtijd. Daarnaast waren de bestuurders afgeleid door activiteiten als eten, drinken, scheren of het aanbrengen van make-up. Verder blijkt uit de resultaten dat de kans op afleiding toeneemt als het voertuig stilstaat of er erg langzaam gereden wordt.
Levensgevaarlijk
“Op het moment dat je op de weg rijdt is één op de twintig auto’s om je heen met de telefoon bezig”, waarschuwt SWOV onderzoeker Nicole van Nes. “De ogen zijn dus niet op de weg gericht en als je niet naar de weg kijkt kun je ook niet reageren als er iets onverwachts gebeurt. Daarmee is het een belangrijke oorzaak van ongevallen.”
Dode hoek
Ook blijkt uit het SWOV-onderzoek dat Nederlandse automobilisten slechts in 27 procent van de gevallen in hun dode hoek kijken bij het afslaan. Bij het verlaten van een rotonde is dat ongeveer 20 procent. Vrachtautochauffeurs doen het precies andersom. Bij het afslaan kijkt nagenoeg 20 procent in hun dode hoek om te zien of het veilig is. Bij het verlaten van een rotonde is dat 27 procent.
Verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen legt uit aan de NOS dat dit niet meteen betekent dat Nederlandse weggebruikers te weinig in de dode hoek kijken. “Het is niet altijd onverantwoord om het niet te doen”, zegt hij. “Als je bijvoorbeeld richting een kruising rijdt, krijg je als bestuurder de hele weg al mee en ben je je al bewust of er iemand naast je rijdt. In zo’n geval zullen weinig mensen nog eens extra in de dode hoek kijken.”
Bron: Rijschoolvandaag.nl