Er zijn, om precies te zijn, 8.369.480 verkeersovertredingen geconstateerd in 2019. Dat is minder dan een jaar eerder, toen werden zo’n 9,2 miljoen verkeersboetes opgelegd onder meer voor te hard rijden, door rood licht rijden en handheld bellen. Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van Justitie en Veiligheid en de politie.
De daling van het aantal verkeersboetes is toe te schrijven aan minder op kenteken geconstateerde verkeersovertredingen.
Het aantal verkeersboetes na een staandehouding is wel gestegen. Dat gebeurt bij verkeersovertredingen, zoals te hard rijden, negeren van een rood verkeerslicht en afleiding door bijvoorbeeld telefoongebruik.
Te hard rijden
Vooral bij handheld bellen is een behoorlijke stijging te zien, vooral bij fietsers. Er zijn ruim 21.000 boetes opgelegd. Dit als gevolg van de aangescherpte wetgeving per 1 juli 2019 ten aanzien van handheld bellen.
De meeste verkeersboetes worden opgelegd voor te hard rijden, zo’n 6.8 miljoen in 2019, tegen 7.7 miljoen een jaar eerder. Het merendeel van deze verkeersovertredingen wordt geconstateerd met digitale handhavingsmiddelen op kenteken.
Vorig jaar zijn er 3.478.825 snelheidsovertredingen geflitst, 1.832.599 snelheidsboetes opgelegd na een trajectcontrole, en 443.782 snelheidsovertredingen met mobiele radarsets geconstateerd.
Iets meer dan 1 miljoen boetes werden opgelegd aan buitenlandse verkeersovertreders, dat is iets minder dan in 2018.
Daling
Het totale aantal boetes ging van van 9,2 miljoen naar 8,4 miljoen. Het ministerie geeft een aantal redenen voor de daling van het totaal aantal boetes. “Het is drukker op de wegen, waardoor (te) hard rijden minder mogelijk is. Bovendien worden bestuurders gewaarschuwd en weten zij waar de flitspalen en trajectcontroles staan. Hierdoor houden ze zich op die plekken beter aan de maximumsnelheid.”